ibis Tilburg
Doctor Hub. van Doorneweg 105
5026 RB
Tilburg
Tel: +31 (0)13 463 6465
E-mail: reservations@ibis-tilburg.nl
De Uniforme Voorwaarden Horeca (UVH) zijn de voorwaarden waarop in Nederland gevestigde horecabedrijven zoals hotels, restau-rants, cafés en aanverwante bedrijven (waaronder cateringbedrijven, party-servicebedrijven e.d.), horecadiensten verlenen en horecaovereenkomsten sluiten. De UVH zijn gedeponeerd bij de Arrondissementsrechtbank en de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ‘s-Gravenhage.
Onder de navolgende woorden wordt in de UVH, en in de aanbiedingen en overeenkomsten waarop de UVH van toepassing zijn, telkens het navolgende verstaan.
1.1 Horecabedrijf
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die zijn bedrijf maakt van het verlenen van horecadiensten en lid is van Koninklijk Horeca Nederland.
1.2 Gastheer
Degene die een horecabedrijf vertegenwoordigt bij het afsluiten en uitvoeren van horecaovereenkomsten.
1.3 Verlenen van horecadiensten
Het door een horecabedrijf verstrekken van logies en/of spijs en/of drank en/of het ter beschikking stellen van (zaal)ruimte en/of terreinen, alles met alle daarbij behorende werkzaamheden en diensten, en alles in de ruimste zin des woords.
1.4 Klant
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die met een horecabedrijf een horecaovereenkomst heeft gesloten.
1.5 Gast
De natuurlijke perso(o)n(en) aan wie op grond van een met de klant gesloten horecaovereenkomst één of meer horecadienst(en) moet worden verleend. Waar in de UVH van gast, of klant, wordt gesproken, wordt zowel gast als klant bedoeld tenzij uit de inhoud van de bepaling en haar strekking noodzakelijkerwijze voortvloeit dat slechts één van beide bedoeld kan zijn.
1.6 Horecaovereenkomst
Een overeenkomst tussen een horecabedrijf en een klant terzake een of meer door het horecabedrijf te verlenen horecadiensten tegen een door de klant te betalen prijs. In plaats van de term horecaovereenkomst wordt soms de term reservering gebruikt.
1.7 Hotelbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van logies.
1.8 Restaurantbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van spijs en bijbehorende drank.
1.9 Cafébedrijf
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van drank.
1.10 Zaalverhuurbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het ter beschikking stellen van zaalruimte.
1.11 Reserveringswaarde (de waarde van de horecaovereenkomst)
De totale omzetverwachting van het horecabedrijf inclusief bedieningsgeld, (toeristenbelasting) en b.t.w. terzake een met een klant gesloten horecaovereenkomst, welke verwachting is gebaseerd op de binnen dat horecabedrijf geldende gemiddelden.
1.12 Koninklijk Horeca Nederland
Het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf “Horeca Nederland” c.q. de eventuele rechtsopvolger daarvan.
1.13 Annulering
De in schriftelijke vorm door de klant aan het horecabedrijf gedane mededeling dat van een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk geen gebruik zal worden gemaakt, dan wel de in schriftelijke vorm door het horecabedrijf aan de klant gedane mededeling dat een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zullen worden.
1.14 No-show
Het zonder annulering niet gebruik maken door een gast van een op grond van een horecaovereenkomst te verstrekken horecadienst.
1.15 Groep
Een groep van 10 of meer personen aan wie door een horecabedrijf een of meer horecadiensten moeten worden verleend krachtens een of meer als samenhangend te beschouwen horecaovereenkomsten.
1.16 Individu
Iedere persoon die niet behoort tot een groep volgens bovengenoemde definitie.
1.17 Goederen
Alle goederen, daaronder begrepen gelden, geldswaarden en geldswaardige papieren.
1.18 Kurkengeld
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte drank.
1.19 Keukengeld
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte spijzen.
1.20 Omzetgarantie
Een schriftelijke verklaring van de klant dat terzake één of meer horecaovereenkomsten door het horecabedrijf minimaal een bepaald bedrag aan omzet zal worden gerealiseerd.
Artikeltitels dienen uitsluitend ter referentie. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
2.1 De UVH zijn met uitsluiting van alle andere algemene voorwaarden van toepassing op de totstandkoming en de inhoud van alle horecaovereenkomsten, alsmede op alle aanbiedingen terzake de totstandkoming van deze horecaovereenkomsten. Indien daarnaast toch andere algemene voorwaarden van toepassing zijn prevaleren in geval van tegenstrijdigheid de UVH.
2.2 Afwijken van de UVH is slechts mogelijk bij geschrifte en van geval tot geval.
2.3 De UVH strekken mede ten behoeve van alle natuurlijke- en rechtspersonen waarvan het horecabedrijf gebruik maakt of heeft gemaakt bij het sluiten en/of uitvoeren van een horecaovereenkomst of een andere overeenkomst of bij het exploiteren van het horecabedrijf.
2.4 Zijn de UVH eenmaal rechtsgeldig toepasselijk verklaard op een bepaalde horecaovereenkomst, dan wordt de laatst geldende versie van de UVH toepasselijk geacht op alle volgende horecaovereenkomsten tussen dezelfde partijen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
3.1 Een horecabedrijf kan te allen tijde om welke reden dan ook het sluiten van een horecaovereenkomst weigeren, behoudens indien een zodanige weigering geschiedt louter op één of meer gronden vermeld in artikel 429 quater Wetboek van Strafrecht (discriminatie).
3.2 Alle door een horecabedrijf gedane aanbiedingen terzake de totstandkoming van een horecaovereenkomst zijn vrijblijvend en onder het voorbehoud “zolang de voorraad (c.q. capaciteit) strekt”. Doet het horecabedrijf binnen een naar gelang de omstandigheden te bepalen redelijke termijn na aanvaarding door de klant een beroep op bedoeld voorbehoud dan wordt de beoogde horecaovereenkomst geacht niet te zijn tot stand gekomen.
3.3 Wanneer het horecabedrijf aan de klant (optiehouder) een optierecht heeft toegekend kan dit recht niet worden herroepen, behoudens indien en voorzover een andere potentiële klant het horecabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst terzake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient alsdan door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht vervalt het optierecht. Een optierecht kan alleen schriftelijk verleend worden.
3.4 Horecaovereenkomsten voor (een) gast(en) aangegaan door tussenpersonen (cargadoors, reisbureaus, andere horecabedrijven
e.d.), al dan niet in naam van hun relatie(s), worden geacht mede voor rekening en risico van deze tussenpersonen te zijn gesloten. Het horecabedrijf is aan tussenpersonen geen commissie of provisie, hoe ook genaamd, verschuldigd, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. Gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde door de gast zal de tussenpersoon in dezelfde mate bevrijden.
4.1 De in dit artikel genoemde verplichtingen gelden voor ieder horecabedrijf. Alle verplichtingen welke voortvloeien uit het speciale karakter van het horecabedrijf en de aard van de te verrichten horecadiensten zijn opgenomen in de hiernavolgende artikelen.
4.2 In het geval dat de speciale regeling als bedoeld in de artikelen 5 e.v. afwijkt van een algemene bepaling in de artikelleden
4.3 t/m 4.7 geldt de speciale regeling.
4.3 Het horecabedrijf is, onverminderd het bepaalde in de hiernavolgende artikelen, krachtens de horecaovereenkomst verplicht op de overeengekomen tijdstippen de overeengekomen horecadiensten te verlenen op de in dat horecabedrijf gebruikelijke wijze.
4.4 De in artikel 4.3 genoemde verplichting geldt niet:
5.1 Het hotelbedrijf is gehouden aan de gast gedurende de overeengekomen periode accommodatie ter beschikking te stellen van de binnen zijn hotel gebruikelijke kwaliteit, zulks met inachtneming van het bepaalde in het derde lid.
5.2 Het hotelbedrijf is tevens gehouden de daarbij behorende, in zijn hotel gebruikelijke horecadiensten te kunnen verlenen en de aldaar gebruikelijke faciliteiten te kunnen verschaffen.
5.3 De accommodatie dient ter beschikking van de gast te zijn van 15.00 uur op de dag van aankomst tot 12.00 uur op de dag van vertrek.
5.4 Het hotelbedrijf dient op een duidelijk waarneembare plaats de huisregels voor de gast ter kennisneming op te hangen dan wel aan te brengen dan wel neer te leggen, of de huisregels in geschrift aan de gast ter hand te stellen. De gast is gehouden de huisregels na te leven.
5.5 Het hotelbedrijf is gerechtigd op ieder moment zonder opzegtermijn het verstrekken van horecadiensten aan een gast te beëindigen wanneer de gast de huisregels bij herhaling overtreedt, danwel zich anderszins zodanig gedraagt dat de orde en de rust in het horecabedrijf en/of de normale exploitatie daarvan kan worden of wordt verstoord. De gast dient alsdan op eerste verzoek het hotel te verlaten. Het hotelbedrijf mag zijn onderhavige bevoegdheid slechts uitoefenen indien de aard en de ernst van de door de gast begane overtredingen daartoe naar het redelijk oordeel van het hotelbedrijf voldoende aanleiding geven.
5.6 Tenzij anders is overeengekomen is het hotelbedrijf gerechtigd om de reservering als vervallen te beschouwen wanneer de
gast zich niet op de eerste gereserveerde dag om 18.00 uur bij hem heeft gemeld, onverminderd het bepaalde in artikel 9.
5.7 Het hotelbedrijf is gerechtigd om van de gast te verlangen dat deze genoegen neemt met andere accommodatie dan volgens de horecaovereenkomst ter beschikking gesteld zou moeten worden, behoudens indien een dergelijke wens als evident onbillijk en voor de gast als klaarblijkelijk te bezwaarlijk moet worden beschouwd. De gast/klant heeft in dat laatste geval het recht om met onmiddellijke ingang de horecaovereenkomst waarop voormelde wens van het horecabedrijf betrekking heeft te beëindigen, onverminderd zijn verplichtingen uit hoofde van andere horecaovereenkomsten. De gast en/of klant heeft, indien het horecabedrijf zich uitgaven bespaart door op de voet van het voorgaande andere accommodatie ter beschikking te stellen dan volgens de horecaovereenkomst ter beschikking gesteld zou moeten worden, recht op het bedrag van die besparing. Voor het overige zal het horecabedrijf nimmer tot enige schadevergoeding gehouden zijn.
6.1 Het restaurantbedrijf is verplicht op het overeengekomen tijdstip aan de gast de overeen-gekomen faciliteiten ter beschikking te stellen en de overeengekomen spijzen en dranken te verstrekken van een hoeveelheid, kwaliteit en op een wijze als in zijn restaurant gebruikelijk is.
6.2 Indien geen spijzen of dranken van tevoren zijn overeengekomen dan verstrekt het restaurantbedrijf op verzoek datgene van de spijzen en dranken die het op dat moment kan verstrekken, onverminderd het overige in artikel 6.1 bepaalde.
6.3 Het restaurantbedrijf is gerechtigd om het verlenen van horecadiensten achterwege te laten dan wel op ieder moment te staken indien de gast zich niet gedraagt als overeenkomt met de stand en de exploitatie van zijn restaurant. Het restaurantbedrijf kan onder meer eisen stellen met betrekking tot het uiterlijk van de gast. De gast dient op eerste verzoek het restaurant te verlaten.
6.4 Indien de gast niet binnen een half uur na het gereserveerde tijdstip is gearriveerd kan het restaurantbedrijf de reservering als geannuleerd beschouwen, onverminderd het bepaalde in artikel 9.
7.1 Het cafébedrijf is gehouden om aan de gast op verzoek de dranken te verstrekken welke het in voorraad heeft. Daarnaast dient het cafébedrijf de in zijn bedrijf gebruikelijke horecadiensten te kunnen verlenen.
7.2 Het cafébedrijf is gerechtigd om het verlenen van horecadiensten achterwege te laten dan wel op ieder moment te staken indien de gast zich niet gedraagt als overeenkomt met de stand en de exploitatie van zijn café. Het cafébedrijf kan onder meer eisen stellen met betrekking tot het uiterlijk van de gast. De gast dient op eerste verzoek het café te verlaten.
8.1 Het horecabedrijf is gerechtigd om een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horeca- overeenkomst zou moeten geschieden, behoudens indien zulks als evident onbillijk en voor de gast als klaarblijkelijk te bezwaarlijk moet worden beschouwd. De gast/klant heeft in dat laatste geval het recht om met onmiddellijke ingang de horecaovereenkomst waarop voormelde wens van het horecabedrijf betrekking heeft te beëindigen, onverminderd zijn verplichtingen uit hoofde van andere horecaovereenkomsten. De gast en/of klant heeft, indien het horecabedrijf zich uitgaven bespaart door op de voet van het voorgaande een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horecaovereenkomst zou moeten geschieden,
recht op het bedrag van die besparing. Voor het overige zal het horecabedrijf nimmer tot enige schadevergoeding gehouden zijn.
Het horecabedrijf is voorts gehouden de bij hem gebruikelijke horecadiensten aan de gasten te kunnen verlenen.
8.3 Het horecabedrijf is gerechtigd om het verlenen van horecadiensten achterwege te laten dan wel op ieder moment te staken indien de gast zich niet gedraagt als overeenkomt met de stand en de exploitatie van zijn horecabedrijf. Het horecabedrijf kan onder meer eisen stellen met betrekking tot het uiterlijk van de gast. De gast dient op eerste verzoek het horecabedrijf te verlaten.
8.4 Het horecabedrijf is na overleg met het ter plaatse bevoegd gezag gerechtigd de horecaovereenkomst wegens gegronde vrees voor verstoring van de openbare orde te ontbinden. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik, dan zal het horecabedrijf tot geen enkele schadevergoeding gehouden zijn.
9.1.1 De klant is niet bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren, tenzij hij tegelijkertijd onherroepelijk aanbiedt de hierna bepaalde bedragen te betalen. Iedere annulering wordt geacht een dergelijk aanbod te omvatten. Een dergelijk aanbod wordt geacht te zijn aanvaard indien het horecabedrijf het aanbod niet onverwijld verwerpt. Annulering dient schriftelijk en gedateerd te geschieden. Aan een mondelinge annulering kan de klant geen rechten ontlenen. Het bepaalde in artikel 9 geldt onverminderd het bepaalde in andere artikelen.
9.1.2 Het horecabedrijf kan uiterlijk één maand voordat de eerste horecadienst op grond van de desbetreffende horecaovereenkomst zal moeten worden verricht aan de klant verklaren bepaalde individuen te zullen beschouwen als groep. Op die personen zijn alsdan alle bepalingen voor groepen van toepassing.
9.1.3 Het bepaalde in de artikelen 13.1 en 14.6 is ook op annuleringen van toepassing.
9.1.4 Ingeval van no-show zal de klant in alle gevallen verplicht zijn de reserveringswaarde te betalen.
9.1.5 Indien niet alle overeengekomen horecadiensten worden geannuleerd zijn op de geannuleerde horecadiensten onderstaande bepalingen pro rata van toepassing.
9.1.6 Indien een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk worden geannuleerd, worden de termijnen in de navolgende artikelen vermeerderd met 4 maanden indien de reserveringswaarde van de geannuleerde horecadienst(en) meer bedraagt dan de op overeenkomstige wijze berekende waarde van de overige horecadiensten die het horecabedrijf had kunnen verlenen in het tijdsbestek waarin de geannuleerde horecadiensten verleend hadden moeten worden.
9.1.7 Bedragen die het horecabedrijf met het oog op de geannuleerde horecaovereenkomst ten tijde van de annulering reeds aan derden verschuldigd is geworden dienen door de klant te allen tijde volledig aan het horecabedrijf te worden vergoed, mits het horecabedrijf niet onredelijk gehandeld heeft door de betreffende verplichtingen aan te gaan. De betreffende bedragen strekken in mindering op de in de navolgende bepalingen bedoelde reserveringswaarde.
Wanneer een reservering voor uitsluitend hotelaccommodatie, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
Wanneer een reservering voor uitsluitend hotelaccommodatie, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor één of meer individuen geldt voor annulering van die reservering het navolgende
Wanneer een reservering voor uitsluitend een restaurant (tafelreservering) is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende:
Wanneer een reservering voor uitsluitend een restaurant (tafelreservering) is gemaakt voor één of meer individuen dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende:
zijn;
9.4 Annulering andere horecaovereenkomsten.
9.4.1 Voor annulering van alle reserveringen niet vallende onder de artikelen 9.2 en 9.3 zal het navolgende gelden. 9.4.2 Wanneer een reservering is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
9.4.3 Wanneer een reservering is gemaakt voor één of meer individuen geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
horecabedrijf te betalen.
9.5.1 Het horecabedrijf is met inachtneming van het navolgende bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren, tenzij de klant binnen zeven dagen na het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst schriftelijk te kennen heeft gegeven te verlangen dat het horecabedrijf afstand doet van zijn annuleringsbevoegdheid, mits de klant daarbij tevens ondubbelzinnig te kennen heeft gegeven afstand te doen van zijn eigen annuleringsbevoegdheid.
9.5.2 Indien het horecabedrijf een horecaovereenkomst tot het verstrekken van spijs en bijbehorende drank annuleert zijn de artikelen 9.1.1 en 9.3.2 van overeen-
komstige toepassing, met verwisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.3 Indien het horecabedrijf een andere horecaovereenkomst dan bedoeld in artikel 9.5.2 annuleert zijn de artikelen 9.1.1 en
9.2.2 van overeenkomstige toepassing, met verwisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.4 Het horecabedrijf is te allen tijde bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren zonder tot betaling van de hierboven bedoelde bedragen gehouden te zijn, indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat de op grond van die horecaovereenkomst in het horecabedrijf te houden bijeenkomst een zodanig ander karakter heeft dan verwacht mocht worden op grond van aankondiging door de klant of op grond van de hoedanigheid van klant of gasten, dat het horecabedrijf de overeenkomst niet gesloten zou hebben indien het van het werkelijke karakter van de bijeenkomst op de hoogte was geweest. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik nadat de betreffende bijeenkomst begonnen is, dan is de klant gehouden tot betaling van de tot dat tijdstip genoten horecadiensten, doch vervalt zijn betalingsverplichting voor het overige. De vergoeding voor genoten horecadiensten wordt in voorkomend geval naar tijdsevenredigheid berekend.
9.5.5 Het horecabedrijf is gerechtigd om, in plaats van zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen, nadere eisen te stellen ten aanzien van het verloop van de betreffende bijeenkomst. Indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat deze eisen niet (zullen) worden nageleefd, is het horecabedrijf alsnog gerechtigd zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen.
9.5.6 Indien en voor zover het horecabedrijf tevens optreedt als reisorganisator in de zin van de wet geldt met betrekking tot reisovereenkomsten in de zin van de wet het volgende. Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst op een wezenlijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medegedeelde omstandigheden. Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst ook anders dan op een wezenlijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medegedeelde omstandigheden. Tot twintig dagen voor de aanvang van de reis mag het horecabedrijf de reissom verhogen in verband met wijzigingen in de vervoerskosten met inbegrip van brandstofkosten, de verschuldigde heffingen of de toepasselijke wisselkoersen. Indien de reiziger een wijziging als hiervoor bedoeld afwijst kan het horecabedrijf de reisovereenkomst opzeggen.
10.1 Het horecabedrijf kan te allen tijde van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf deponeert of doet deponeren een waarborgsom ter hoogte van maximaal de reserveringswaarde minus eventuele reeds verrichte tussentijdse betalingen. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet.
10.2 Het horecabedrijf kan telkens tussentijds betaling verlangen van inmiddels verleende horecadiensten.
10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag terzake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabedrijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.
11.1 Indien een omzetgarantie is afgegeven is de klant verplicht terzake de betreffende horecaovereenkomst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabedrijf te betalen.
12.1 De uitsluiting van aansprakelijkheid in dit artikel geldt niet voor zover het horecabedrijf terzake het risico dat zich heeft gerealiseerd van een verzekeringsmaatschappij of van een andere derde een vergoeding heeft ontvangen.
12.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 4.6 is het hotelbedrijf niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van goederen, die in het hotel zijn meegebracht door een gast die daar zijn intrek heeft genomen. De klant vrijwaart het hotelbedrijf tegen aanspraken van gasten terzake. Het hier bepaalde geldt niet voorzover de beschadiging of het verlies te wijten is aan opzet of grove schuld van het hotelbedrijf.
12.3 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12.7 en 12.8 is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor welke schade dan ook door de klant, de gast en/of derden geleden tenzij de schade het directe gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid geldt in het bijzonder ook voor schade ontstaan als gevolg van het nuttigen van door het horecabedrijf bereide of geserveerde levensmiddelen en voor schade ontstaan als gevolg van automatiseringsproblemen. Indien dwingend recht slechts een minder vergaande beperking van aansprakelijkheid toelaat geldt die minder vergaande beperking.
12.4 In geen enkel geval is het horecabedrijf gehouden een hoger bedrag aan schaderegeling te betalen dan:
2a. het door de verzekeraar van het horecabedrijf aan het horecabedrijf terzake de schade uitbetaalde bedrag, dan wel; 2b. de terzake de schade van een andere derde verkregen vergoeding.
12.5 Voor schade aan of met voertuigen van de gast veroorzaakt is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.6 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor schade direct of indirect aan wie of wat ook ontstaan als direct of indirect gevolg van enig gebrek of enige hoedanigheid of omstandigheid aan, in of op enig roerend of onroerend goed waarvan het horecabedrijf houder, (erf)pachter, huurder dan wel eigenaar is of dat anderszins ter beschikking van het horecabedrijf staat, behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.7 Indien voor de gast aan de in bewaring gegeven goederen, waarvoor een vergoeding als bedoeld in artikel 4.6 in rekening wordt gebracht, schade ontstaat is het horecabedrijf verplicht de schade aan deze goederen tengevolge van beschadiging of vermissing te vergoeden. Schadevergoeding is nimmer verschuldigd terzake in de afgegeven goederen aanwezige andere goederen.
12.8 Indien het horecabedrijf goederen in ontvangst neemt of indien goederen op welke wijze dan ook waar dan ook door wie dan
ook worden gedeponeerd, bewaard en/of achtergelaten zonder dat het horecabedrijf daarvoor enige vergoeding bedingt, dan is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor schade aan of in verband met die goederen op welke wijze dan ook ontstaan tenzij het horecabedrijf opzettelijk deze schade heeft toegebracht, of de schade het gevolg is van grove schuld van het horecabedrijf.
12.9 De klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) vrijwaart het horecabedrijf volledig terzake iedere aanspraak, hoe ook genaamd, welke de gast en/of enige derde jegens het horecabedrijf mocht geldend maken, indien en voor zover deze aanspraak in de ruimste zin verband kan houden met enige door het horecabedrijf krachtens enige overeenkomst met de klant te verlenen of verleende (horeca)dienst dan wel met de accommodatie waarin een zodanige (horeca)dienst werd verleend of moest worden verleend.
12.10 De in artikel 12.9 bedoelde vrijwaringsverplichting geldt ook indien de horecaovereenkomst met de klant en/of de gast geheel of gedeeltelijk om welke reden dan ook is ontbonden.
13.1 De klant en de gast en degenen die hem vergezellen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die voor het horecabedrijf en/of enige derde is en/of zal ontstaan als direct of indirect gevolg van wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) en/of onrechtmatige daad, waaronder overtreding van de huisregels is begrepen, begaan door de klant en/of de gast en/of degenen die hem vergezellen, alsmede voor alle schade die is veroorzaakt door enig dier en/of enige stof en/of enige zaak waarvan zij houder zijn of die onder hun toezicht staan.
14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst bepaalde prijs verschuldigd dan wel, voor zover de horecaovereenkomst werd gesloten meer dan drie maanden voor het tijdstip waarop de ingevolge die overeenkomst te verrichten horecadiensten verleend moeten worden, de prijzen welke gelden op het moment dat de horecadienst(en) (moet(en)) wordt(den) verleend, waaronder tevens worden verstaan de prijzen als vermeld op lijsten welke door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht danwel zijn opgenomen in een lijst welke aan de klant/gast, desnodig op diens verzoek, wordt overhandigd. Wijzigingen in het BTW-tarief worden te allen tijde aan de klant doorberekend.
Een lijst wordt geacht voor de gast zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf.
Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, bewassing, telefoon, telex, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding worden gevorderd.
14.4 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen terzake annulering of no-show, zijn door de klant en/of gast verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling zorg te dragen tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of tenzij anders wordt overeengekomen.
14.5 Wanneer voor een rekening voor een lager bedrag dan ε 150,- krachtens het bepaalde in het vierde lid een factuur wordt gezonden dan kan het horecabedrijf daarenboven ε 15,- aan administratiekosten in rekening brengen. Op dat bedrag is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
14.6 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen welke één van hen of beiden aan het horecabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Geen van hen kan zich beroepen op enig voorrecht van uitwinning.
Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
14.7 Zolang de gast en/of klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de gast en/of klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de gast en/of klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
14.8 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het
horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het factuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet.
14.9 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
14.10 Indien de klant in gebreke is dient hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten te vergoeden, gerechtelijke zowel als buitengerechtelijke. De buitengerechtelijke inningskosten worden gesteld op minimaal 15% van de verschuldigde hoofdsom met een minimum van ε 100,- alles te vermeerderen met de daarover verschuldigde B.T.W.
14.11 Daarenboven is de klant indien hij in gebreke is een bedrag aan rente verschuldigd welke ligt 2% boven de wettelijke rente. Een gedeelte van een maand wordt bij de berekening van de verschuldigde rente voor een gehele maand gerekend.
14.12 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.7 onder zich heeft en de klant van wie het horecabedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert wordt aan de klant uitgekeerd.
14.13 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde:
op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
15.1 Als overmacht voor het horecabedrijf, die maakt dat een eventuele daardoor veroorzaakte tekortkoming het horecabedrijf niet
kan worden toegerekend, zal gelden iedere voorziene of onvoorziene, voorzienbare of onvoorzienbare omstandigheid die het uitvoeren van de horecaovereenkomst door het horecabedrijf zodanig bemoeilijkt dat het uitvoeren van de horecaovereenkomst onmogelijk dan wel bezwaarlijk wordt.
15.2 Onder zodanige omstandigheden worden mede verstaan zodanige omstandigheden bij personen en/of diensten en/of instellingen waarvan het horecabedrijf gebruik wenst te maken bij het uitvoeren van de horecaovereenkomst, alsmede alles wat voor voornoemden als overmacht of opschortende dan wel ontbindende voorwaarde geldt, alsmede wanprestatie van voornoemden.
15.2 Indien een der partijen bij een horecaovereenkomst niet in staat is om aan enige verplichting uit die horecaovereenkomst te voldoen, is hij gehouden de andere partij hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.
16.1 In het gebouw en zijn aanhorigheden van het horecabedrijf verloren of achtergelaten voorwerpen, welke door de gast worden gevonden, dienen door deze met bekwame spoed bij het horecabedrijf te worden ingeleverd.
16.2 Van voorwerpen, waarvan de rechthebbende zich niet binnen een jaar na de inlevering daarvan bij het horecabedrijf heeft gemeld, verkrijgt het horecabedrijf de eigendom.
16.3 Indien het horecabedrijf door de gast achtergelaten voorwerpen aan deze toezendt geschiedt zulks geheel voor rekening en risico van de gast. Het horecabedrijf is nimmer tot toezending verplicht.
17.1 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf drank nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt is, is de klant per genuttigde fles een bedrag aan kurkengeld verschuldigd.
17.2 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf spijzen nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt zijn, is de klant terzake een bedrag aan keukengeld verschuldigd.
17.3 De in de artikelen 17.1 en 17.2 bedoelde bedragen worden vooraf overeengekomen dan wel, bij gebreke van voorafgaande overeenkomst, in redelijkheid vastgesteld door het horecabedrijf.
Op horecaovereenkomsten is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
18.2 Ingeval van geschillen tussen het horecabedrijf en een klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) is bij uitsluiting bevoegd de bevoegde rechter in de woonplaats van het horecabedrijf, tenzij krachtens dwingende wetsbepaling een andere rechter bevoegd is en onverminderd de bevoegdheid van het horecabedrijf het geschil te doen beslechten door de rechter die bij gebreke van dit beding bevoegd zou zijn.
18.3 Indien en zodra onder auspiciën van Koninklijk Horeca Nederland en eventuele andere betrokken organisaties een geschillencommissie in het leven is geroepen, zullen de geschillen ter beslechting waarvan de geschillencommissie is ingesteld overeenkomstig de terzake opgestelde reglementen worden beslecht.
18.4 Alle vorderingen van de klant verjaren na verloop van een jaar na het moment waarop zij zijn ontstaan.
18.5 De ongeldigheid van één of meer van de bedingen in deze algemene voorwaarden laat de geldigheid van alle andere bedingen onverlet. Blijkt een beding in deze algemene voorwaarden om enigerlei reden ongeldig, dan worden partijen geacht een geldig vervangend beding overeengekomen te zijn dat het ongeldige beding naar strekking en reikwijdte zoveel mogelijk benadert.
September 1998